Programma cursus Tekenen 2025/2026

Thema 1: Het Portret (Les 1-4)

Les 1 – Portrettekenen: verhoudingen en constructie

Techniek: meting van gezicht, basisvormen, hulplijnen.

Voorbeelden: Leonardo da Vinci’s studies van gezichten, Albrecht Dürer.

Les 2 – Licht, schaduw en expressie in het portret

Techniek: arceren, tooncontrasten, sfeer.

Voorbeelden: Rembrandt’s tekeningen, Hans Holbein.

Les 3 – Vrij portret tekenen

Oefening met model (live of foto). Focus op karakter.

Inspiratie: Ingres’ portrettekeningen.

Les 4 – Portret met eigen interpretatie

Combinatie realisme en experiment.

Inspiratie: Egon Schiele’s expressieve lijnvoering.

Thema 2: Het Landschap (Les 5-8)

Les 5 – Perspectief en opbouw

Techniek: horizon, verdwijnpunten, ruimtewerking.

Voorbeelden: Piero della Francesca, Canaletto.

Les 6 – Licht en atmosfeer

Techniek: sfeer door lijn en toon.

Voorbeelden: Claude Lorrain, Turner’s schetsen.

Les 7 – Vrij landschap tekenen

Werken naar waarneming of foto’s.

Inspiratie: Van Gogh’s snelle lijnen in landschapstudies.

Les 8 – Landschap met persoonlijke invulling

Experimenteren met structuur en lijnvoering.

Inspiratie: Cézanne’s landschappelijke studies.

Thema 3: Figuren (Les 9-12)

Les 9 – Anatomische basis

Techniek: lichaam in verhoudingen, beweging.

Voorbeelden: Michelangelo’s figuurstudies.

Les 10 – Dynamiek en houding

Techniek: snelle schetsen, beweging vastleggen.

Voorbeelden: Rubens’ en Degas’ schetsen.

Les 11 – Vrije figuurtekening

Werken naar waarneming of foto.

Inspiratie: Goya’s levendige schetsen.

Les 12 – Figuur in eigen interpretatie

Combineren met expressieve lijnvoering of abstractie.

Inspiratie: Matisse’s lijntekeningen.

Thema 4: Dieren (Les 13-16)

Les 13 – Observatie en constructie

Techniek: basisvormen, proporties.

Voorbeelden: Dürer’s “Haas”, Leonardo da Vinci’s dierenstudies.

Les 14 – Textuur en beweging

Techniek: vacht, veren, dynamiek vastleggen.

Voorbeelden: Franz Marc, George Stubbs.

Les 15 – Vrije dierstudie

Tekenen naar foto, dierentuin, of op basis van schetsmateriaal.

Inspiratie: Rembrandt’s dierstudies.

Les 16 – Dier in eigen interpretatie

Expressieve of gestileerde uitwerking.

Inspiratie: Picasso’s dierentekeningen.

Thema 5: Allegorie, Mythe en Fantasie (Les 17-20)

Les 17 – Symboliek en verhalende elementen

Techniek: combineren van vormen tot betekenisvolle scènes.

Voorbeelden: Botticelli, William Blake.

Les 18 – Compositie van complexe scènes

Techniek: overlapping, gelaagdheid, sfeer.

Voorbeelden: Goya’s dromen en visioenen.

Les 19 – Vrije mythische verbeelding

Eigen verhaal, schets, fantasiewezens.

Inspiratie: Odilon Redon, Hieronymus Bosch.

Les 20 – Fantasie in persoonlijke stijl

Toelaten van eigen symboliek.

Inspiratie: Paul Klee’s fantasievolle tekeningen.

Thema 6: Ornamenten en Architectuur (Les 21-24)

Les 21 – Basis architecturale vormen

Techniek: perspectiefconstructies, ordening van vormen.

Voorbeelden: Palladio’s schetsen, Renaissance bouwtekeningen.

Les 22 – Ornament en detail

Techniek: ritme, herhaling, decoratieve elementen.

Voorbeelden: Albrecht Dürer’s ornamentstudies, islamitische motieven.

Les 23 – Vrij tekenen van gebouwen of ornamenten

Ter plekke (plein, kerk) of foto.

Inspiratie: Piranesi’s architectuurfantasieën.

Les 24 – Architectuur en ornament naar eigen interpretatie

Vrij ontwerp, fantasie-architectuur.

Inspiratie: Gaudí’s schetsen.

Slotfase: Integratie (Les 25-26)

Les 25 – Eigen keuze project (techniek combineren)

Studenten kiezen een thema en combineren geleerde technieken.

Inspiratie: diverse voorbeelden uit Eisler’s overzicht van stijlen.

Les 26 – Presentatie en reflectie

Bespreking van werk, reflectie op de ontwikkeling.

Leren herkennen hoe de traditie van tekenkunst doorwerkt in hun eigen stijl